Canadian life: Nova Scotia through Dutch eyes

Roos went to Zambia

Toch nóg een blog! Wie had dat gedacht? Ik in ieder geval niet.

Ik ben alweer een ruime maand thuis en ben vooral druk geweest met het bekijken en selecteren van de beelden die ik in Zambia heb gemaakt. Ik heb een programma gedownload om die tot een mooie film te kunnen verwerken. Maar dat was een hele klus; ik moest dit programma eerst uitvinden en het resultaat wilde ik wel precies zo hebben als ik het me had bedacht. En dat kost tijd, veel tijd. Het filmpje wat ik heb gemaakt vat 4 maanden samen in minder dan 4 minuten!

Omdat er zoveel tijd in is gaan zitten en ik overal goed over nagedacht heb, ga ik dit project ook even kort toelichten, dat vind ik gewoon leuk:

Het filmpje laat de Safari in Botswana, het White Water Raften en natuurlijk mijn dagen op Linda zien. Ook de Vicoria Falls spelen een grote rol (het is 'maar' vallend water, maar jemig wat is dat mooi) en zelfs de 5 geitjes krijg je te zien!

Het nummer On Shoulders van Chef'Special heb ik eronder gezet omdat ik het album Passing Through in Livingstone veel geluisterd heb. On Shoulders is mijn favoriete nummer van dit album en past voor mij gewoon goed bij (mijn tijd in) Zambia.

https://www.youtube.com/watch?v=xys1E1bTr_Q

Eigenlijk is dit filmpje een verkorte versie van de officiële Zambia film die ik gemaakt heb. Deze duurt 22 minuten en bevat nog veel meer beelden, dus ook close-ups van kinderen op Linda, mijn gastgezin en andere vrijwilligers. Omdat zij er misschien helemaal niet op zitten te wachten om op youtube te staan en door iedereen die toevallig op dit filmpje stuit gezien te worden, heb ik deze beelden er niet in gedaan. Mensen die benieuwd zijn naar dezeofficiële film kunnen natuurlijk altijd komen kijken. Stuur dan gewoon een mail, sms of postduif.

Allerlaatste liefs,

Roos

Bye mzungu!

~ Voor de uitgebreide verhalen en alle foto's kunt u een afspraak maken (alleen op werkdagen tussen 9.00 en 17.00) ~

Ik ben inmiddels al bijna weer een week thuis. Een week in het koude, grauwe Nederland. Het is heel raar om weer terug te zijn. Ik heb 4 maanden lang in Livingstone gewoond en in die 4 maanden in er zo veel gebeurd! Zo veel mooie, grappige en gezellige momenten, maar ook een aantal zware en droevige gebeurtenissen. Alles heeft me veranderd, maar hier thuis lijkt niets veranderd. De mensen fietsen, praten Nederlands en raken zo nu en dan bonnetjes kwijt. Het is heel gek om terug te komen in mijn oude omgeving, maar niet meer mijn oude zelf te zijn... Dat klinkt misschien wat overdreven, maar is echt zo. Voordat ik naar Zambia ging hadden ze me voorbereid op een cultuurschock; het leven waar ik in terecht zou komen, zou zo anders zijn, dat het schokkend zou zijn. Dat viel eigenlijk wel mee. Natuurlijk was het anders en natuurlijk was dat wennen. Maar geloof me, van het Nederlandse leven in het Zambiaanse terecht komen is nog niet half zo raar als andersom. Want jemig, wat zijn wij eigenlijk een raar land zeg.

In Zambia was ik zo gewend om altijd onder de Afrikaanse zon te lopen of te zitten, kwamen mensen standaard te laat ('African time', helemaal als het had geregend), groette iedereen elkaar altijd ('Muli bwanji?', 'Bwino bwanji?', 'Muli bwino!') en lieten de mensen de dingen maar een beetje los lopen. Hier in Nederland moet en zal alles altijd precies volgens de regeltjes gaan. Ookzitten we altijd maar binnen, leven we heel solitair en zijn we altijd stipt op tijd. Begrijp me niet verkeerd; ik houd van Holland. Maar ik vind ook zeker dat we nog veel te leren hebben van de hartelijke levensgenieters in Zambia. Ze hebben het heust niet allemaal makkelijk; ik heb genoeg mensen gezien die dagelijks keihard hun best doen om genoeg geld te verzamelen om eten te kunnen kopen, en daar dan niet eens altijd in slagen. Maar het verandert hen niet. De Zambianen blijven altijd even vriendelijk en gul. Ze maken altijd gezellig een praatje, bieden hun hulp aan (bijvoorbeeld de man die Brandon zijn pomp aanbood toen zijn fiets een lekke band had) en dragen lasten samen. Het mooiste voorbeeld hiervan is mijn mama Dorothy. Zij heeft een gouden regel: 'Als je me ergens om vraagt, en ik heb het, zal ik het met je delen'. Zelfs al heeft ze haar geld, eten of paracetamol nog zo hard zelf nodig, als ze erom wordt gevraagd, deelt ze het. Dat is zo geweldig om te zien! Het was voor mij echter wel even wennen. Hier leven we met de 'ik koop een zak appels, dus dit zijn mijn appels (oke, heel misschien geef ik er eentje weg, maar alleen als je het lief vraagt)' -mentaliteit. Dat je in Zambia misschien 2 of 3 van de 10 appels zelf eet, is even omschakelen.

Op straat kwam er altijd wel iemand met me kletsen, vragend naar mijn nationaliteit ('Ah, Dutch, Arjan Roeben!') en de reden van mijn verblijf in Zambia. Me anoniem door de straten van Livingstone bewegen, was wat lastig, maar dat maakte het juist een dagje town altijd zo bijzonder. Soms wel tot het bizarre aan toe. Op een dag zat ik bij de womens group rustig buiten met de andere vrouwen groundnuts te pellen toen er een man kwam aangelopen. Hij was een bekende van een van de vrouwen en liep naar haar toe om een kletspraatje te maken. Vervolgens richtte hij zich tot de anderen om hen ook te begroeten en zei daarna tegen mij: 'Ik zag jou net bij Barclays Bank'. Ik dacht even na en keek hem toen met grote ogen aan; het was waar, daar had ik nog geen uur geleden gestaan om geld op te nemen!Ook het constante 'MZUNGU!' mis ik erg. De kinderen spotten je altijd en begroetten je meteen. Natuurlijk werd het, hoe lief bedoeld ook, wel eens vervelend ('Ja, ik weet nu wel dat ik wit ben'), maar het was ook zó gezellig.

Mzungu is niet de enige nieuwe naam die ik in de afgelopen 4 maanden heb aangenomen. Inmiddels luister ik ook naar 'Teachelosie', waarmee de klas die ik lesgaf me altijd aansprak. Toen ik voor het eerst op de Linda Farm verscheen, heb ik me netjes voorgesteld als 'Rose'. Dat was binnen een week al door de Zambianen veranderd in 'Rosie'. In eerste instantie noemden de leerlingen mij ook zo, maar dat was niet beleefd genoeg en als een gevolg werd de aanspreekvorm 'teacher' ervoor geplakt. Nu wil alleen het feit dat de kinderen de letter R niet goed kunnen uitspreken en 'm vervangen door de letter L (op die manier verbasterde 'Brandon' dan ook tot 'Blendas' -gelieve geen vragen te stellen over de ontstaansgeschiedenis van het laatste deel van het woord; ik heb ook geen idee-). Zo komen we uiteindelijk uit bij de fantastische naam'Teachelosie'. Ik vind 'm prachtig en draag 'm met eer. Ondertussen noemden de vrijwilligers in Sunbird mij met enige regelmaat 'Roes'. In week 2 of 3 kwamen Bailey, Craig en Ronak er namelijk achter dat je mijn naam R O O S spelt en niet R O S E, zoals zij natuurlijk hadden verwacht. R O O S zou je in het Engels 'Roes' uitspreken en zo was mijn bijnaam geboren. In het begin werd ik alleen zo genoemd door Bailey en alleen als ik iet onhandigs deed of zei. En iedereen die mij een beetje kent, weet dat dat met enige regelmaat het geval is. Maar later werd ik ook 'gewoon' zo genoemd. Tot het einde aan toe, zelfs toen deze 3 vrijwilligers allang weg waren, werd ik zo genoemd. Dus mocht ik ooit, om wat voor reden dan ook, niet luisteren als je me Roos noemt, dan kun je Mzungu, Roes ofTeachelosie ook eens proberen.

Terwijl ik hier al bijna gewend ben aan mijn nieuwe Nederlandse leven gewend ben, gaat het leven in Zambia gewoon door. De zon brandt, terwijl de ouders nog steeds hard werken om het brood op de plank te krijgen en de kinderen gaan naar school. Op de pre-school waar ik heb gewerkt is in de afgelopen maanden veel veranderd; door de donaties van de farm naast Linda en de donaties van Bailey zijn er nu veel meer materialen aanwezig. Dit maakt het onderwijs zo veel beter en het lesgeven voor de docenten een hoop gemakkelijker. Het enige waar nu echt nog een tekort aan is, is speelgoed. Er zitten bijna 50 kinderen op de school, maar er zijn slechts zo'n 30 stuks speelgoed. Om dit gat te vullen wil ik graag speelgoed gaan verzamelen. Natuurlijk begin ik bij mezelf; ik ruim mijn kasten en de kelder uit op zoek naar mooi speelgoed wat de kinderen kunnen gebruiken. Maar het zal niet genoeg zijn. Dus: als je zelf nog speelgoed over hebt en wilt dat dit goed terecht komt, dan zou ik daar ontzettend blij mee zijn. Je kunt het langs komen brengen, ik kan het bij een bezoekje ophalen en het opsturen met de post is ook nog een optie. Het gaat echt niet om grote hoeveelheden of duur of groot speelgoed, maar gewoon een aantal kleine dingen. Mooi speelgoed voor de Buyantanshi school, wat ik naar hen op zal sturen.

Ondertussen is er een grote vooruitgang in het onderwijs van de kinderen van de Linda Farm. Dankzij de donatie van mijn oma gaan nu meer kinderen naar school dan eerst en hebben de ouders geen zorgen meer over de kosten van het onderwijs. Teacher Bridget en ik zijn langs de scholen gegaan en met het geld van oma, inclusief een bijdrage van Danica, hebben we voor maar liefst 40 kinderen kunnen betalen! Alle 40 kinderen kunnen nu voor de rest van dit jaar naar school en voor een hoop van hen hebben we ook openstaande rekeningen van vorig jaar kunnen vereffenen. Oma, alle ouders van Linda zijn je zo ontzettend dankbaar! Je hebt iets fantastisch gedaan, dankjewel daarvoor! Ook dankjewel namens mij, de donatie is een grote bijdrage aan mijn tijd in Livingstone geweest.


Het was een fantastische tijd, zonder twijfel een van de meest bijzondere hoofdstukken van mijn leven!

~ English version of this document? https://translate.google.com/~

De vijf geitjes

Er waren eens vijf geitjes en vier mzungu's, samen op een lange tocht door Livingstone...

Brandon had een donatie en besloot geiten te kopen voor Linda Farm. Geiten zouden ze melk geven, voor de bewoners zelf en om te verkopen. Als de dieren zich over een paar wat vermenigvuldigd hadden, konden de bewoners ze ook verkopen. Al met al dus een goede besteding van Brandons geld met mooie voordelen voor de mensen van Linda.

Er werd een mooi stuk land op de farm voor de geiten uitgezocht en wekenlang hebben Brandon en Jack samen hard gewerkt aan een hek voor om het terrein, zodat de dieren niet het land op zouden lopen. Ze hadden zelfs een eigen huis/hut voor ze in elkaar getimmerd, waar de dieren beschutting konden vinden.

Zaterdag 7 februari was het dan eindelijk zo ver: Brandon, Jack, Fleur en ik gingen naar een kleine markt aan de andere kant van town om de geiten te kopen. Toen we aankwamen, waren er in de verste verte geen geiten te bekennen, hoewel Brandon met de eigenaar van de geiten had afgesproken ze op die dag van hem te kopen. Heel even zakte de moed ons in de schoenen, maar toen vonden we een vriend van een eigenaar. Hij belde weer een andere vriend en binnen vijf minuten kwamen zo'n 20 geiten de markt op gelopen. Ze werden een hut ingedreven en vanuit daar begonnen de onderhandelingen. Brandon had besloten niet te veel geiten te kopen, zodat de mensen op Linda kunnen wennen aan de zorg voor de dieren. Dan konden er later altijd nog meer geiten gekocht worden. Na een kwartiertje onderhandelen, viel het besluit: 5 geiten, 2 mannen en 3 vrouwen (waarvan eentje zwanger). De eigenaren bonden de geiten met een touw aan elkaar vast, in een groepje van twee en een groepje van 3. Klaar om te gaan. Let's go(at)!!!

Brandon en Jack liepen met de geiten en Fleur en ik liepen er als coaches achteraan, aanmoedigingen roepend naar de geiten als ze besloten niet verder te lopen. 'Hop hop; Come on!; You van do it!; Yes, well done, there we go!'

Al snel bleek ons systeem niet te werken; in het groepje van 3 zat een ontzettend dwarse geit. Die hebben we ertussenuit gehaald en aan een apart touw gebonden. Kort daarna bleek het andere groepje ook niet ideaal; ze liepen samen zo een halve meter diepe goot in. We hebben ze van elkaar los gehaald. Toen liep Jack met de geit die we Roos genoemd hadden, Fleur liep met Billy, Brandon liep met de geit genaamd Fleur en ik liep met de laatste twee (toen nog naamloze) geiten. Een tijdje ging het redelijk, maar geit Roos bleek belachelijk dwars; het dier wilde helemaal niet meer lopen en bleef maar blaten. Toen heeft Jack haar maar op zijn nek genomen. Dus daar liepen we, over zandpaden en langs straattentjes. Het was af en toen wat getrek en gedoe en het ging niet bepaald snek, maar verliep over het algemeen best goed. Toen kwamen we bij de grote weg; Lusaka road (Lusaka is de hoofdstad van Zambia, weer wat geleerd). Wachten op het voetgangers stoplicht kan daar eindeloos duren en op het moment dat we er aankwamen stonden alle auto's net voor rood te wachten. Dus zijn we er maar meteen voor gegaan, vurig hopend dat de geiten niet halverwege de oversteek besloten niet verder te willen lopen. Eenmaal veilig aan de overkant, stonden we even stil om wat te rusten. We waren allemaal, zowel geit als mens, al wat moe van onze reis onder de brandende zon. We waren nog niet eens halverwege, dus gingen snek weer verder. Vier mzungu's die 5 geiten met zich mee proberen te slepen is geen alledaags plaatje hier in Livingstone, dus we trokken nogal wat bekijks; mensen die bleven staan, stonden te kijken, samen lachten en zelfs mensen die snel en niet helemaal onopvallend een foto van ons maakten. We liepen en we liepen, zo'n twee uur lang. Het was een erg warme dag. Af en toe werden we door de geiten meegesleurd en moesten wij de geiten meesleuren, en geit Roos nog altijd op de nek van Jack.

Toen we er bijna waren, nog zo'n 15 minuten te lopen, konden mijn geiten en die van Fleur echt niet meer. De arme dieren bleven maar hijgen en konden geen poot meer verzetten. Brandon liep een eind verderop en Jack was ons zo ver voor, dat hij niet eens meer in zicht was. We hadden tijdens het lopen namelijk allemaal stilzwijgend de beslissing gemaakt niet op elkaar te wachten. Elke geit had een ander tempo en ze namen allemaal op een ander moment een pauze. Op elkaar wachten zou dus eindeloos gaan duren. Fleur en ik stonden daar dus met onze geiten even in de schaduw uit te rusten toen de bewoner van het huis waar we voor stonden naar buiten kwam. Hij bood ons een bak water voor de geiten aan. Dat was heel welkom; de geiten dronken m met z'n drieën bijna helemaal leeg. Allemaal weer wat uitgerust, liepen we het laatste stuk. We moesten de geiten echt achter ons aan trekken, maar we hebben het gered. De geiten ploften neer in hun verblijf en wij ploften neer onder de grote boom ernaast. Bijna een uur hebben we daar gezeten, helemaal uitgeput, maar met de geiten in hun nieuwe thuis!

Gastgezin

Op 15 januari ben ik verhuisd. Van het guesthouse naar mijn gastgezin. Bij mijn gastgezin heb ik alleen geen wifi. Vandaar dat jullie zo lang niks van me hebben gehoord, sorry. Om toch contact te kunnen houden met vrienden en familie thuis, ga ik eens in de zoveel tijd terug naar het guesthouse of zoek ik een internetcafé op om de wifi te gebruiken. Zo ook nu; dit bericht wordt mede mogelijk gemaakt door een cafe in town.

Mijn gastgezin bestaat uit mama Dorothy (ook wel mijn 'African mother' genoemd), Mark (17), Nana (9, haar verjaardag was vorige week, heel leuk om dat mee te vieren) en Mapalo (6). Het gezin heeft nog twee dochters, maar die gaan naar kostschool en wonen dus niet thuis. Al vanaf dag één, toen Nana en Mapalo me allebei met een dikke knuffel ontvingen, voel ik me er echt thuis. Elke avond help ik de meisjes met hun huiswerk (de bus haalt ze 's ochtends om 6.50 uur op en zet ze rond 17.30 weer af en dan moeten ze ook nog 's avonds huiswerk maken, belachelijk geregeld van de school) en help ik Dorothy met koken. En elke zondag gaan we met z'n allen naar de kerk.

Afgelopen zaterdag is er iets veranderd in ons gezin; de hoogzwangere zus van Dorothy kwam bij ons wonen. De baby zou eind januari/begin februari komen; elk moment dus. En dat is precies wat er is gebeurd; afgelopen maandag is ze in het ziekenhuis bevallen van dochter Angel! Moeder en dochter moesten allebei een tijdje in het ziekenhuis blijven en Dorothy liet haar zus natuurlijk niet alleen. Dat betekende dat ik maandag moeder voor een dag was. Ik ving de meisjes op toen ze uit school kwamen en begon meteen te koken (3 van de 4 kookplaten zijn stuk, dus duurt koken hier iets langer dan ik van thuis gewend ben). De meisjes wilden graag helpen, dus hebben we met z'n drieën gekookt. Ze vonden het erg leuk. Mapalo zei stralend: 'today it's the girls who are cooking, right?'. Na het eten makkten we huiswerk, deed ik de afwas poetste Nana de hun schoenen en was Mapalo al op de bank in slaap gevallen, moe van de lange dag. Dus gingen we allemaal naar bed. De meisjes slapen normaal altijd bij hun moeder op de kamer, omdat ze niet alleen willen slapen. Nu sliepen ze dus bij mij op de kamer. Heel gezellig, maar we waren alle drie zo moe, dat we binnen de kortste keren sliepen. De volgende ochtend ging om 5.45 uur de wekker. De meiden moesten zich klaarmaken voor school; in bad, uniform aan en tanden poetsen. Ondertussen maakte ik beneden hun ontbijt en lunch klaar. En om 6.50 uur precies stond de bus voor de deur. Ongeveer een half uur later kwam Dorothy thuis van het ziekenhuis, het einde van mijn tijdelijke moederschap. Zwaar zeg, dat moeder zijn. Leuk om eens mee te maken, maar een dag was wel even genoeg. Dus voor alle moeders die dit lezen; respect! Nu hebben we dus een kleine baby in huis! De laatste keer dat ik dat heb meegemaakt is inmiddels ook al weer 12 jaar geleden, dus ik ben heel benieuwd hoe dat gaat zijn, inclusief de nachtrust.

Ondertussen gaat het werk gewoon door. Op Linda geef ik, nu het nieuwe schooljaar is begonnen weer les aan de receptioniste class. Een klas van 15 hele verschillende kinderen. Het is leuk om ze elke dag allemaal wat beter te leren kennen. Te weten wat ze kunnen, hoe ze dingen aanpakken en hoe ze zullen reageren op mij en op elkaar. Het us een uitdaging om de lesstof voor hen zo aantrekkelijk mogelijk aan de kinderen te presenteren. Zo hebben we laatst de kleuren geleerd; ze zaten allemaal met hun ogen dicht en handen op te wachten totdat ik langskwam om een kleurpotlood in hun handen te leggen. Vervolgens liet ik ze een voor een hun potlood in de lucht houden en de kleur aan hun klasgenoten mededelen. Dat bleek goed te werken; de vraag welke kleur ze deze keer zouden krijgen, hield het voor hen spannend. Alleen het laatste uur van de dag is soms zwaar. Na hun lunchpauze van 11.30 tot 12.00 combineren we reception class (olv teacher Bridget eb mij) met baby class en middel class (zij krijgen les van teacher Angela). Dan doen we vaak spelletjes, maar omdat het dan zo'n grote groep is geworden, kan dat nogal eens op chaos uitlopen. Om 13.00 uur pakken alle kinderen hun tas en gaan op weg naar huis.

Op de womens group loopt ook alles goed, we maken aan de lopende band pindakaas. Ik zorg ervoor dat de voorraad bij mijn gastgezin op peil blijft door weer een pot te kopen als de vorige bijna op is. In het begin moest ik erg wennen aan de andere smaak van deze pindakaas, maar inmiddels ben ik verslaafd. Het zou me niks verbazen als dit goedje nu door mijn aderen stroomt in plaats van bloed. Af en toe maken we ook nog steeds freez-itz (een soort water ijsjes), maar niet heel vaak; in het regenseizoen verkopen ze niet heel goed. De jerseys voor de schoolkinderen maken en verkopen ze wel het hele jaar door. Binnenkort hoop ik hun assortiment uit te kunnen breiden met geitenkaas. Brandon, de Amerikaanse vrijwilliger die op Linda werkt, is op het moment druk bezig met een verblijf voor zo'n 10 geiten. Samen met Jack, een Australische vrijwilliger, heeft hij een stuk land op de Linda farm uitgekozen en hebben ze een hek én binnen verblijf in elkaar getimmerd. Aanstaande zaterdag gaan we er met z'n drieën op uit om de geiten te kopen. Dan ga ik proberen te regelen dat de mensen op Linda de geitenmelk voor een speciale prijs aan de womens group verkopen, zodat zij geitenkaas kunnen maken om die op hun beurt aan de lodges in Livingstone te kunnen verkopen. Als alles volgens plan gaat, is het een mooie win-win situatie!

Af en toe neem ik een dagje vrij van de school om me op het renoveren te storten, iets wat ik ook heel leuk ben gaan vinden. Dankzij alle donaties die we van jullie hebben binnen gekregen, zijn we al bijna klaar met het tweede huis! Heel erg bedankt!! Dankzij jullie wonen nu al twee families in een mooi en (nog veel belangrijker) veilig huis, zonder instortingsgevaar!

Inmiddels heb ik ook bedacht waar ik mijn donatie van oma aan uit ga geven; schoolfees. Een aantal kinderen op Linda kan niet naar school, omdat hun ouders het schoolgeld niet kunnen betalen. Ze blijven dus thuis om klusjes te doen of ergens geld te verdienen. Door hun schoolgeld, uniformen en boeken te betalen, krijgen zijn een betere toekomst. En hun ouders ook; op hun oude dag kunnen de kinderen immers voor hen zorgen. Dus oma en al haar vriendinnen: ontzettend bedankt, namens de kinderen op Linda en namens mij!

Nu gaat het snel; nog maar 4 weken totdat ik weer in het vliegtuig naar huis zit. Ik probeer zo langzaamaan mijn projecten (renoveren, geitenkaas, schoolfees) af te ronden en me nog langzameraan klaar te gaan maken voor het koude Nederlandse weer. Ik kan niet zeggen dat ik daar echt naar uitkijk. Maar ik kijk er wel ontzettend naar uit om jullie allemaal weer te zien!

Kerst op de compound

Na twee maanden zijn ze eindelijk hier; papa, mama en Daan. Twee weken zijn ze hier om Livingstone te verkennen en de Zambiaanse geur op te snuiven. En misschien ook een klein beetje om mij weer te zien.

Kerst was hier heel anders dan ik gewend ben (door het warme weer had ik niet echt een kerstgevoel), maar heel mooi. Op woensdagmiddag hebben Danica, Brandon en ik de hele middag in de keuken gestaan om koekjes te bakken. Wanneer ze in de oven stonden, gingen we door met het volgende project: kerstkaarten maken. Na een hele middag hard werken, hadden we 180 koekjes en 18 kerstkaarten voor de 16 gezinnen die op Linda wonen (2 reserve, voor het geval er iets mis zou gaan). We hebben twee pennen toegevoegd en alles samengebonden tot mooie pakketten. Daarna vierden we kerstavond met alle vrijwilligers in het huis. We hadden lootjes getrokken voor 'Secret Santa' en cadeaus voor elkaar gekocht. Ik kreeg van Sammie kaas (had ik zo gemist), wasmiddel (hard nodig; was op), pineapple fanta (heerlijk), chocola (altijd welkom!) en een armbandje. Het was soms moeilijk een goed cadeau voor de ander te bedenken, omdat we elkaar nog niet allemaal even lang en even goed kennen. Maar iedereen had hard zijn best gedaan iets leuks te vinden en het was erg gezellig. Op (eerste) kerstdag zijn Danica, Brandon en ik op tijd opgestaan en meteen op de fiets gesprongen, op weg naar Linda. Daar hebben we onze kleine kerstpakketjes uitgedeeld. Iedereen was er heel blij mee. Daarna raceten we weer terug naar huis. Daar waren papa, mama en Daan een grote pastamaaltijd aan het koken. Rond lunchtijd vertrokken we vervolgens met z'n allen (inclusief de pasta) naar het weeshuis waar Danica werkt. De kinderen krijgen daar elke dag alleen ontbijt en avondeten; rijst of chima. Een lunch van pasta was dus een welkome afwisseling. Na het eten zijn we met alle kinderen naar een lodge in de buurt gelopen, ondertussen 'we wish you a merry Christmas' zingend. Bij de lodge hebben we de hele middag lekker gezwommen. Heel leuk om te zien hoeveel lol de kinderen daarin hadden. Om de kerstdag af te sluiten, zijn we 's avonds nog met z'n vieren uit eten gegaan.

In de eerste week van hun verblijf hebben papa, mama en Daan geholpen op Linda. We zijn met 5 vrijwilligers en een aantal bewoners begonnen met het renoveren van huizen. Er zijn op de compound namelijk 3 huizen die we tijdens het schilderen de eerste weken moesten overslaan. Ze zijn te oud en vervallen. We zijn begonnen met het afbreken en opbouwen van een van de muren, het vervangen van oude stenen en het pleisteren van de muren. Het is een hoop werk en ook erg zwaar, maar de resultaten die we vorige week geboekt hebben, zijn nu al prachtig.

De mensen op de compound hebben natuurlijk geen geld voor de restauratie. De organisatie waarmee ik hier ben gekomen, betaalt een deel, maar dat is slechts voldoende voor 1 huis. Ik wil proberen de €500 die we nodig hebben voor de overige 2 huizen bij elkaar te krijgen. Mocht je na alle feestdagen nog wat euro' s over hebben, dan zijn ze heel welkom op Linda. En ik kan je persoonlijk verzekeren dat ze goed terecht komen! (rek.nr. NL41INGB0006000963 t.n.v. E. A. van der Reijden o.v.v. 'Linda').

De tijd gaat snel; we zitten alweer in de tweede week van het bezoek van papa, mama en Daan. Deze week is echt vakantie. Ik laat ze alle leuke plekken in Livingstone zien en we gaan naar de Falls. Voor mij is het deze week dus ook een weekje vrij van werk. Het is heel gek om een week weg te zijn, maar ook wel even fijn. Een weekje er tussenuit en er dan weer met volle moed en nieuwe energie tegenaan!

Verliefd op Linda

Lang niet gesproken.

En nog langer niet gezien natuurlijk.

Ik heb heel lang niet meer geschreven, dus zal jullie vandaag weer op de hoogte brengen. Ik ben elke dag rond 5 uur thuis van mijn projecten en dan besteed ik mijn tijd vooral aan relaxen, lezen, schrijven, de (hand)was, kletsen, eten en natuurlijk slapen. Er blijft dus niet veel tijd meer over voor bloggen, helaas.

28 december was de laatste dag van school en de kinderen hebben nu vakantie tot 12 januari. Op de school op Linda Farm hebben we baby class, middle class en reception class (kleuterklas), het is dus een pre-school. Dit is hun grote vakantie, dus de kinderen van reception class gaan na de vakantie naar grade 1 op Linda elementary school. Gek om hen niet meer in de klas terug te zullen zien. Tijdens de vakantie zitten we niet stil; we hebben een speciaal holiday program. Het is vooral voor de leerlingen (dagelijks komen er een stuk of 10) die een achterstand hebben. Teacher Bridget en ik proberen die door extra uitleg en 1-op-1 aandacht weg te werken. We leren ze het alfabet, hoe ze dat moeten schrijven en welke woorden erbij horen (a is for apple, b is for ball, c is for cat, d is for door). We besteden ook veel aandacht aan de cijfers. Veel kinderen raken na 14 de te kwijt, weten net welke vorm de cijfers hebben en iedereen vergeet altijd het cijfer 16 ('eleven, twelve, thirteen, fourteen, fifteen, seventeen, eighteen'). De eerste dag had ik alle 1 tot en met 50 op het bord geschreven, maar ik kwam er al snel achter dat dat niet werkte; ze begrepen het systeem van 2 getallen niet. En dan merk je pas hoe gek dat eigenlijk is en dat het ook niet zomaar uit te leggen valt. Toch heb ik de volgende dag een poging tot uitleg gedaan. Tellen van 1 tot 10 gaat zonder problemen, dus heb ik dat als uitgangspunt genomen. Ik vertelde ze dat na 10 alle cijfers uit twee getallen bestaan en het principe heel simpel is; na 10 schrijf je altijd een 1 en vervolgens plak je er gewoon de cijfers 1 tot en met 9 achter. Dan kom je bij 20 en herhaal je het principe, maar met een 2 vooraan enzovoort. Het is moeilijk te zien of ze het snappen, dus heb ik de uitleg een paar dagen achter elkaar herhaald en ik hoop dat het geholpen heeft. Ook oefenen we de vormen van de getallen. Ze komen om de beurt naar voren om ze op het bord te schrijven of kopieren ze van het bord in hun schrift. Er komen ook wat oudere kinderen van de compound dagelijks naar de school. Ze leggen de jongere kinderen wat extra uit of helpen hen met het schrijven, dat is heel fijn. Maar de echte reden dat ze komen is voor de vakantieactiviteiten die we doen. Ik geef ze vaak een tekenopdracht, we zingen veel liedjes en doen spelletjes en sporten. Gister had ik bijvoorbeeld voor schooltijd driehoeken uit a4tjes geknipt en heb de kinderen beide kanten laten inkleuren. Terwijl zij aan het buitenspelen waren, heb ik ze samengevoegd en als slinger in de klas opgehangen. Toen ze terugkwamen voor story time zagen ze hun tekeningen hangen. Hun gezichten straalden terwijl ze druk aan het zoeken waren naar hun eigen creatie.

Na schooltijd schilderen we het alfabet (rood, in hoofdletters en kleine letters) en de cijfers 1 tot en met 20 (blauw) in de drie klaslokalen. Het was een cadeau van Bailey aan de school en haar laatste project hier. Toen zij wegging hebben Brandon (nieuwe vrijwilliger op Linda), Danica (zij werkt ergens anders, maar heeft in de middagen tijd over en komt ons helpen) en ik het overgenomen. Het lijkt een makkelijk en klein klusje, maar dat valt tegen. Als je er met je neus bovenop staat, kan je niet goed zien hoe groot en hoog de letters of cijfers zijn. Dat was dan ook mijn grootste fout bij het eerste afabet. Alle letters hebben een andere hoogte en grootte. Het ziet er niet uit en ik schaamde me kapot. Gelukkig heb ik een manier gevonden om het op te lossen, dus dat ga ik eind deze week doen. Na die eerste fout pakken we het nu wel anders aan. We maken met wit krijt eerst twee lijnen waar de letters/cijfers tussen moeten komen, schrijven ze dan met datzelfde witte krijtje en gaan dan pas met verf aan de slag. Om het er mooi uit te laten zien, moet je er wel veel tijd in stoppen. We zijn dus vaak tot 16.30 op Linda te vinden. Vaak gaan we tussendoor naar Linda Market om lunch te halen. Die bestaat meestal uit mango's en rolls (oliebollen zonder krenten). Ter afwisseling zijn we afgelopen week na het werk naar town gegaan om eten te halen bij Hungry Lion. Hungry Lion is de fastfood keten hier in Zambia en we komen er regelmatig langs. We zeiden alle drie telkens dat we daar ooit eens moesten eten. Dus dat deden we! We hebben burgers, friet en pineapple fanta (aanrader!) gehaald, een eindje gefietst en op een muurtje onder een boom ons eten gegeten. Het moet er absurd, maar hilarisch uit hebben gezien.

Sinds een paar weken heb ik op maandag- en vrijdagmiddag een tweede project; womens group. De groep vrouwen komt dagelijks samen en maken en verkopen pindakaas, ijsjes en truien (die onderdeel zijn van het schooluniform op de basis- en middelbare scholen op Linda) om hun gezin te ondersteunen en te onderhouden. Ik weet nog niet zo goed wat mijn bijdrage in deze groep precies kan zijn (naast dat ik extra mankracht ben), maar de vrouwen zijn heel vriendelijk, open en inspirerend. Dus alleen al daar zijn en gesprekken voeren over onze culturen, talen en de verschillen is al heel leuk. De vrouwen inspireren en motiveren me om me hier voor alles nog meer in te zetten.

In onze vrije tijd en de weekenden zitten we ook niet stil. Een paar weken gelden was Ronak jarig en om dat te vieren gingen we een drankje drinken bij het chique hotel Royal Livingstone. Op het terrein van het hotel lopen veel verschillende dieren rond en ook in de Zambezi, waar het hotel aan ligt, kun je er soms wat spotten. Op de dag dat wij gingen hadden we heel veel geluk; we zagen hippo's, zebra's, giraffen en een hert soort die we voor het gemak impala hebben genoemd (niet zeker of ze dat echt zijn). De dieren zijn gewend aan de mensen en worden ook door de staff van het hotel gevoerd (op de hippo's na natuurlijk), dus zijn redelijk aan mensen gewend. We konden soms aardig dichtbij komen en ik heb wat mooie foto's kunnen maken. Toen ik even net een ander paadje in sloeg dat de rest van de groep, waren de giraffen wat minder bang voor me omdat ik alleen was. Ik stond op zo'n 10 meter afstand oog in oog met zo'n enorm beest. Op zulke momenten besef ik me pas echt hoe blij ik ben met mijn beslissing om naar Zambia te gaan, this country never fails to amaze me.

Vorige week besloot iedereen in het huis dat ze op zaterdg zouden gaan white water raften. Dat leek me absoluut niks voor mij, dus besloot ik te gaan kanoen. Op vrijdagmiddag bleek dat niet door te gaan. Dus ben ik van gedachten veranderd, heb ik mijn plannen omgegegooid; ik zou mee gaan white water raften! 1 rivier, 30 kilometer, 25 rapids en 5 levels op de Zambezi rivier, de grens van Zambia en Zimbabwe. Tussen de rapids in vertelde onze gids ons de naam en het level van de volgende rapid en hoe we die te lijf moesten gaan. Hij schreeuwde ons in het midden van zo'n rapid dan comando's toe; blijven peddelen / duiken (in de boot gaan zitten en het touw van de boot en je peddel goed vasthouden) / naar 1 kant toeleunen. Vervolgens werden we overspoeld door water. En elke keer als we niet waren omgeslagen en er niemand uit de boot was gevallen, klonken er overwinningskreten. Af en toe riep Teirneigh dan vanuit de voorkant van de boot: 'Sun whaaat?!' en riepen we allemaal 'SUNBIRD!' (de naam van ons guest house) terug. We waren met iedereen uit het huis samen, een groepactiviteit! Tussen de rapids was het water kalm en peddelden we terwijl we van het uitzicht genoten. We mochten ook een paar keer zwemmen, dan sprongen we uit de boot en liet je je gewoon meevoeren door de stroming, drijvend in je zwemvest. Halverwege de dag zag een van ons mooie rotsen om vanaf te springen. We gingen van boord aan de Zimbabwe kant en klommen omhoog. Bovenaan is het altijd veel hoger dan het van onderaf lijkt. Maar ik had besloten dit te doen en naar beneden klimmen zou een hele opgave worden. Niet te veel kijken, niet te veel denken! En toen sprong ik, 7 meter naar beneden, in het water. Geweldig! We deden het de hele dag heel goed. Soms verloren we mensen, die zich niet goed genoeg vasthielden in de rapid, maar die werden dan opgepikt door de kajakkers (die altijd als bodyguards met de mee varen) en klommen dan op de rustige stukken weer in de boot. Pas bij rapid 17 ging het mis. Als je overspoeld wordt door water, weet je soms niet meer zeker of je omgeslagen bent, of gewoon een enorme golf over je heen kreeg. Als de golf weg is weet je; 'we varen nog', meestal gevolgd door een overwinningskreet. Bij rapid 17 sloegen we om, voor het eerst! Ik kwam in het water terecht en wist even niets van het hoe, wat en waar, maar mijn zwemvest trok me binnen no time weer naar de oppervlakte. De gids klimt vervolgens op de boot om m om te draaien, en dan trekken we elkaar aan onze zwemvesten weer binnen de boot. We waren best trots op ons aantal; de raft voor ons ging voordurend kopje onder. Bij rapid 24 zei de gids dat we die (een rapid van level 2) mochten zwemmen als we dat wilden. Dus dat deden we! Ik kreeg constant golven in mijn gezicht, wat me telkens maar zo'n twee seconden gaf om adem te halen, was ik even blij dat ik er niet in een level 5 rapid uit was gevallen. Op dat moment kwam er ook een helicopter op een paar meter boven het water overgevlogen, echt een James Bond moment! White water rafting soms doodeng, maar vooral een van de geweldigste dingen die ik ooit gedaan heb!

Watervallen, olifanten en chaos

Hoe is het op het noordelijk halfrond?

Koud? Man met een witte baard? Ruiten krabben? Boerenkool?

Hier lijkt het regenseizoen nog niet echt door te zetten. Zo'n 10 dagen geleden regende het een paar dagen achter elkaar in de middag kort en hard, maar nu lijkt daar niks meer van over te zijn. Het is warm, heel warm. We smelten elke dag een beetje. En dan hopen dat er nog genoeg van je overblijft om elke dag heel op je project te verschijnen. Ondertussen schalt in onze supermarkt, de Shoprite, de kerstmuziek je tegemoet. Dat is een hele nieuwe ervaring! Kerst met warm weer. Ze zijn hier al helemaal in de stemming; de Shoprite is versierd en alle medewerkers dragen kerstmutsen. Ik kijk er naar uit om te zien hoe ze dat hier vieren.

Vorige week dinsdag hebben we het verfproject afgesloten. Alle huizen zijn nu stralend wit met een mooie zwarte rand aan de onderkant. De bewonders van de huizen zijn er heel blij mee en dat laten zeggen ze ook. 'You work very hard. Thank you so much'. Dat s zo leuk om te horen! We hebben er twee weken met zo'n 8 man hard aangewerkt; 2 vrijwilligers en 6 bewoners. Een van de lokale schilders, Thomas, kwam zelfs met een mooi idee; een bedrijf opzetten. Hij hielp ook zo veel mogelijk mee, maar hij is blind en kon dus niet echt helpen schilderen. In plaats daarvan maakte hij de muren schoon of hielp hij mij, door me gezelschap te houden en telkens mijn emmer verf te verplaatsen als ik weer een paar meter verder was. Toen kwam hij met het business plan: ik zou het hoofd van ons bedrijf worden en hij de sales manager. We gaan eerst alle huizen in Zambia schilderen, dan krijgt Nederland een likje verf en vervolgens gaan we de hele wereld over. 'Een kloddertje roze hier! Een kloddertje roze daar!'

Nu het verven is afgelopen, zie ik die bewoners niet meer zo vaak. Thomas kwam gister even kijken bij de school, waar ik nu weer help (tot de vakantie, de vrijdag begint). Zijn twee dochters zitten er ook. Hij kwam even hoi zeggen en vond het jammer me nu niet meer zo vaak te spreken. Hij nodigde me uit om af en toe gewoon bij hem langs te komen, zelfs zijn vrouw had me uitgenodigd. Dus ben ik vanmorgen even hallo gaan zeggen en zowel Thomas als zijn vrouw waren heel blij dat ik even een praatje kwam maken voordat de school begon. Het gaat echt om de kleine dingen.

Vandaag stond het schoonmaken van de school op de planning. Het idee was dat alle kinderen (stuk of 50 kinderen, tussen de 3 en 6 jaar ongeveer) zouden helpen met het schoonmaken. Als activiteit en als les; als je de school vies maakt (denk: krijt op de muur en opgedroogde limonade op de vloer), moet je het ook weer schoonmaken. We hadden zeep en emmers met water en ik had gezorgd voor genoeg poetsdoeken. Die poetsdoeken bestonden uit mijn verfoutfit; twee witte shirts (dankje Nien!) en een chitenge. Een Afrikaanse omslagdoek die de vrouwen hier allemaal dragen. Alle drie de kledingstukken waren onherstelbaar vies door het stof, gaten en de verf. Dus heb ik de chitenge en de shirts (sorry Nien!) in stukken geknipt en ze vandaag uitgedeeld als poetsdoeken. Daarna kregen ze van me nog een beetje zeep. Dan staan er dus zo'n 50 kinderen om me heen, die hun poetsdoek naar me uitsteken en allemaal vragen: 'Teacher, me?!' Chaos. Met de doek in hun hand renden ze naar de emmers water en begonnen druk alles te poetsen. De muur, het bord, de vloer, de ramen. De ramen die gister al uitgebreid en grondig waren schoongemaakt. Waar nu dus alle kinderen weer vieze ramen van maakten. De muur bleek geschilderd te zijn met verf die niet waterbestendig is en met het harde poetsen kwam die verf er dus af. En omdat ik hier het initiatief en de leiding had genomen: de leraressen waren werk aan het nakijken en ik dacht dat 50 schoonmakende kinderen niet zoveel kwaad konden doen. Verkeerd gedacht. Probeer ze dan maar duidelijk te maken dat ze moeten stoppen: ze waren druk aan het kletsen en enthausiast aan het poetsen. Daarbij spreken zij niet genoeg Engels en ik niet genoeg Nyanjaom elkaar goed te kunnen begrijpen. Dus heeft een van de leraressen ze allemaal naar buiten gestuurd en zijn we de rest van de ochtend druk geweest met het (her)schoonmaken van de drielokalige school. Ik voelde me heel schuldig; ik was immers verantwoordelijk voor de zooi. Dus bood ik mijn excuses aan en ik was zo opgelucht toen ik de reactie hoorde: 'It's okay Rosie'. De kinderen maakten misbruik van me omdat ik ze niet kan verstaan en ik kon niet weten dat ze er een puinhoop van zouden maken. Het zijn lieve kinderen, maar dat ze met zo veel zijn maakt dat het soms heel chaotisch en zwaar kan zijn.

Ik heb mijn eigen mountainbike toegewezen gekregen, dus fiets ik elke dag naar mijn project toe. Aan de inkerkant van de weg en met toetterende auto's (de toeter is een eigen communicatiemiddel in Zambia) om me heen. Maar het is prima te doen en ik krijg extra veel mee van de Zambiaanse natuur en cultuur, zoals de Maramba Market. Ik trek wel veel bekijks, want een muzungu is zeldzaam, maar een muzungu op een fiets is nog veel zeldzamer. Dus word ik nageroepen door kinderen en begroet door volwassenen. Het grootste voordeel van mijn mooie gifgroene mountainbike is dat ik zo overal heen kan. In onze vrije tijd gaan we vaak naar de markt of naar town.En zo nu en dan gaan we erop uit voor touristische activiteiten. Zo gingen Ronak, Renee en ik dinsdag naar Devil's Pool, een poel bovenaan de Victoria Falls waar je een paar meter van de rand kan zitten. Vlakbij het punt waar al het water 109 meter naar beneden klettert.

De dag begon vroeg; om 6.45 zaten we in de taxi onderweg naar het poepchique hotel Royal Livingstone. Het was een hele koude ochtend en ik was zo verstandig (not) geweest om alleen een dun jurkje te dragen. Ik bevroor. In het hotel ontmoetten we onze gidsen en mede Pool genoten; twee Duitse jongens en een Spaanse vrouw. We voeren met een boot over de Zambezi rivier richting een klein eiland. Daar kregen we een vies welkomstdrankje en een kleine wandeling over het eiland. Bij de rand van het water lieten we onze kleren, tassenen schoenen achter en liepen in zwemkleding het water in. Dat was lauwwarm, wat k niet had verwacht, maar wel heel welkom was. We zwommen een stuk, netjes achter de gids aan. Hij vertelde ons waar we wel en niet moesten zwemmen. Volgens mij had dat meer met de rotsen dan met de stroming te maken, maar ik ga het niet ontkennen; ik was zenuwachtig. Ik wilde gewoon niet samen met het water zo'n eind naar beneden vallen. Toen kwamen we bij een stuk rotsen en stenen waar we overheen moesten. Trillend van de kou van de buitenlucht en op blote voeten ging dat niet heel soepel, maar uiteindelijk kwam ik er toch: Devil's Pool! Het is een kleine poel met een stroom en een rand stenen, waar het water naar beneden verdwijnt. Het was vanaf waar ik stond zo'n 3 meter naar de rand stenen, waar de gids, Ronak en Renee al op zaten. Na een paar milliseconden twijfel, zette ik mezelf af, zwom ik erheen en ging op de rand zitten. WAUW! Je zit er ongeveer 2 meter van de afgrond en dat idee is belachelijk! Maar zo geweldig! Bovenaan een waterval zitten, dat bedenk je toch niet?!?! Een andere gids liep rond met onze camera's en maakte talloze foto's en filmpjes. Hij liep op de rand en leek er zelfs een keertje bijna vanaf te vallen... Na wat zitten bij de stroomversnelling (goed vasthouden!) en nog wat foto's zat het er weer op. Terug op het eiland kregen we ons ontbijt: thee met een muffin, broodje, ei en bacon, heerlijk! Helemaal als je gewend bent elke morgen toast met pindakaas te eten. Vanaf Royal Livingstone namen we samen met de Duitse gasten een taxi terug. Zij maken met hun motorbikes al vier maanden een reis door heel Afrika! Een lange, verre reis waar je alles zelf kan bepalen. Hier blijven? Daarheen gaan? Hier eten? Naar het volgende land? Terug naar huis? Of zullen we voor de verandering nu naar Azie gaan? Zoiets wil ik ooit ook nog doen. Heel graag. Wie gaat er mee?

Ik stuur jullie een hoop Afrikaanse zon toe!

Liefs, Roos

ps. Ik was vorige keer helemaal vergeten over de olifanten te vertellen!

We waren de eerste week de huizen op het project aan het schilderen, toen we werden geroepen dat er vlak buiten het hek, bij de beek olifanten waren! Dus hebben we bijna letterlijk alles neergegooid en zijn met een aantal bewoners en veel kinderen meteen gaan kijken. Craig zette het op een rennen en alle kinderen die er wonen renden mee. Een klein meisje pakte mijn hand, iets wat regelmatig gebeurt, ze vinden blanken heel interessant (hoezo? Ik ben gewoon roos hoor). Ze liep alleen op blote voeten en stapte in alle stekels, waardoor ze telkens haar voeten moest afvegen. Ook kon ze het tempo niet goed bijhouden. Dus heb ik haar na een tijdje op mijn rug genomen en zijn we zo samen de velden doorgelopen. Dat was al heel mooi. Toen kwamen we bij het beekje waar de olifanten waren. De andere kinderen waren al overgestoken op de ingestortte brug. Die leek mij alleen te steil met het meisje op mijn rug. Dus ben ik van het pad afgelopen en ben aan de andere kant van de beek, tegenover de olifanten met het meisje op de grond gaan zitten. De kinderen kwamen terug en we hebben met z'n allen met open mond naar de olifanten staan staren, die op nog geen 15 meter afstand aan het drinken, eten en zichzelf aan het wassen waren!

Leven in Livingstone

Mulibwanji? Hoe gaat het?

Ik heb lang niks van me laten horen, dus dit wordt een lange update. De eerste paar dagen hadden we in het guesthouse geen wifi, dus zochten webarren en internetcafé's op voor de wifi. Daarna bleek dat ik op mijn mobiel niet op mijn blog kon schrijven, heel gek. Daarnaast heb ik het de afgelopen twee weken gewoon druk gehad met alle nieuwe indrukken en nieuwe mensen, dus is de blog er nog niet van gekomen. Tot zo ver de uitleg en smoesjes, nu de verhalen!

Het afscheid was niet makkelijk, als je weet dat het voor zo 4 maanden zal zijn. Maar het was wel heel mooi. Anna, Nina, Machteld, Hanae, Rebecca, Huub, Lucas, Anna, Karen, Céline, Ischico, Vera, Chris, papa, mama en Daan; heel erg bedankt voor al jullie cadeaus, briefjes en herinneringen! Wauw wat lief! Renée en ik zaten in het vliegtuig naast elkaar zwijgend te lezen (zij had ook van alles gekregen wat ze pas in het viegtuig mocht openen), allebei totaal overdonderd.

Na de landing moesten we ons visum aanvragen. We stonden helemaa achteraan de rij en toen we bij de balie waren raakten we in een laaaaaang gesprek met de man die ons visum regelde. Toen bleken we te laat voor de pick-up. Rebeccah (onze Zambiaanse mama) kwam ons na een tijdje wachten toch ophalen en verwelkomde ons in Zambia met een knuffel. Rijdend naar het guest house kregen we de eerste indrukken van Livingstone en het Afrikaanse leven. Spelende kinderen, vrouwen met manden met fruit op hun hoofd en uitzichten met een oneindige hoeveelheid rood zand. Aangekomen bij het guest house ontmoetten we de anderen, kregen we een drankje, lieten ze ons de kamer laten zien (Renée en ik zitten op dezelfde kamer), fristen we ons op, aten avondeten en ginge vrij snel naar bed, moe van de lange reis.

Na de orientatie op maandag (veel informatie, kwatcha pinnen, boodschappen doen, een marktje bezoeken),gingen we 's avonds met alle vrijwilligers (13) pizza halen en naar de film bij Backpackers lodge. Daar wordt elke maandag een film gedraaid en waar je vooreen paar kwatcha naarbinnen mag. De film viel tegen, maar de pizza was lekker en het was leuk iets met z'n allen te doen.

Dinsdag begon de eerste dag op mijn project. Dat bleek Linda Community Farm te zijn. Het is een wijk die in de jaren 70 is opgericht, speciaal voor de blinde en andere fysiek gehandicapte mensen in Livingstone. Daarvoorwerden zij namelijk niet gesteund en hadden alleen een leven op straat.Het viel mij op dat er niet zo veel gehandicapte mensen zijn, maar waarschijnlijk is dat omdat we iniddels eenpaar generaties verder zijn en de kinderen en kleinkinderen de handicap dus niet hebben.Linda is een compound waar huizen staan, een kleine basisschool is, een voetbalveld is en een groot stuk grond wordt gebruikt om groenten te verbouwen. Daarnaast worden er ook nog kippen gehouden. De bewoners leven van de verkoop van groenten, eieren en kippen.Ik werk ophet project samen met twee andere vrijwilligers uit het huis:Bailey (VS, ze is er al 2 maanden) en Craig (UK, hij kwam op dezelfde dag aan als Renée en ik). Bailey geeft les op de school, die een paar maanden geledenmethet geld van een 11-jarige Nederlandse jongen is gebouwd en uit 3 lokalen bestaat. Ik heb er in deeerste week ook 2 dagen lesgegeven, aan de kleuterklas. Het zijn lieve en enthousiaste kinderen, die allemaal op je af komen rennen als je 's ochtends het terrein op loopt. 'MUZUNGU!', roepen ze dan. Dat betekent blanke, maarop een hele respectvolle en geïnteresseerde manier. Ze pakken je bij de hand enlopen met je mee naar de school of richting de schommels en glijbaan die voor delokalen staan. Ze vinden ons heel interessant en ik blijf me afvragen waarom. Ik ben de koningin toch niet? Wat is er nou zo bijzonder? Ik heb alleen een andere huidskleur, dat is echt het enige verschil! In de klas leren de kleuters Engels, schrijven, tellen en een beetje rekenen en ze spelen veel spellen en zingen veel liedjes(zowel in het Engels als in het Nyanja). De lerares vroeg me of ik nog een leuke activiteit wist, dus heb ik ze 'In de maneschijn' geleerd. Leuk met die bewegingen, dacht ik. Maar dat was niet slim. Er komen hier veel Nederlandse vrijwilligers en Nederlands lijkt soms een ding, heel gek, NL-centrisch. Maar daar hebben ze natuurlijk helemaal niks aan hier. Dan kunnen ze straks misschien een paar woorden Nederlands, en wat dan? Dus wilde ik kappen met 'In de maneschijn', maar de kinderen waren al verslaafd. 'Teacher, teacher, can we do this song?', vroegen ze dan terwijl ze een van de gebaren deden. Ik kon er niet onderuit. Dus heb ik het kinderliedje maar naar het Engels vertaald, wat een raar lied is dat zeg.

Vanaf vrijdag gingen Craig en ik aan de slag met het schilderen van de huizen, binnen en buitenkant. Dat pakken ze totaal anders aan dan wij, heel grappig om te zien. Er wordt niks op de grond gelegd; spetters maken niet uit en soms staat er zelfs nog een meubel in de kamer. Eerst vullen we gaten en scheuren in de murenop en daarna schilderen we ze wit. De tweede laag gaat er vaak niet veel langerdan een half uur later overheen, het maakt niet uit. Ook strepenen oneffenheden van de verfzijn geen probleem. Met mijn clumsy genen zit ik aan het eind van elke werkdag altijd onder de verf. Maar dat is na een (altijd koude,wat in dit weer meer dan welkom is) douche ook weer weg.

In de weekenden zijn we vrij. Vorige week zijn Renée en ik naar de Victoria Falls gegaan, vanuit Zimbabwe. Dus eerst de grens over, wat lunchen en daarna richting de Falls. WAUW! Wat mooi was dat.Enorme watervallen, inclusief uitzicht en regenboog!

Ook na het project is eer vaak nog genoeg tijd om leuke dingen te doen; even naar town voor boodschappen, wifi en een drankje bijvoorbeeld. Of naar de markt. Of wat fietsen. Of 's avonds uit eten. Zo gingen we woensdag met vijf vrijwilligers uit eten, heel gezellig. Als voorgerecht aten we rupsen! Ze waren in het begin knapperig, maar hadden een hele bittere nasmaak. We hebben allemaal foto's gemaakt van onze eerste hap, goud waard! Als hoofdgerecht had ik een broodje krokodil. Ik weet het, misschien iets te exotisch allemaal haha. Maar die burger was wel heel lekker. De rupsen zou ik dus laten liggen, maar krokodil raad ik iedereen aan!

Hopelijk gaat het met jullie ook allemaal goed, met het slechte weer, de intocht van Sinterklaas en alle andere Nederlandse gewoontes.

Ik spreek jullie weer als er wifi en nieuwe verhalen zijn!

Tizaonana mailo!

Veel liefs van Roos

Deze reis is mede mogelijk gemaakt door:

Travel Active